Frits Pirard (1954)
Ik heb hem nooit ontmoet deze goedlachse en rondborstige Brabander. Het lijkt me een leuke man, iemand die vrolijkheid brengt. Hij was tien jaar beroepsrenner en hij behaalde in die periode elf overwinningen. De belangrijkste is ongetwijfeld de Touretappe in 1983 geweest, maar ook zijn tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen van 1981 mag er zijn. Frits is de oudere broer van Frank Pirard, die in april in deze rubriek langskomt en de vader van Christa, de zeer succesvolle wielrenster die de levensgezellin is van Bobbie Traksel. Wat zou het hoofdonderwerp zijn op verjaardagen in de familie Pirard? Geen idee!
Wie zijn er verder op 8 december geboren?
Piet van der Lijke (1934)
Om de een of andere gekke reden die mij volslagen onbekend is, denk ik altijd aan Piet van der Lijke als het Zeeuwse wielrennen ter sprake komt. Niet aan Jo de Roo, of aan Theo Middelkamp en zelfs niet aan Jan Raas. Nee, Piet van der Lijke. Hij zit in mijn geheugen gestampt en dat is niet helemaal ten onrechte, want hij was als amateur in het begin van de jaren vijftig een klasbak. Eén van de beste amateurs van Nederland. Als prof kwam het er niet uit, maar dat lot deelt hij met honderden andere klasbakken die na hun carrière in de anonimiteit verdwenen. Ik meen me te herinneren dat hij een racespeciaalzaak is begonnen, maar dat weet ik niet zeker. Wie wel?
Wiebren Veenstra (1966)
Dit jaar excelleerde een jonge Fries in de Tour. Pieter Weening uit Harkema. Hij was de eerste Fries die in de Tour een etappe won, maar niet de eerste Fries die aan de Tour deelnam. Dat was eveneens een Harkiet, zoals een inwoner van Harkema wordt genoemd. Zijn naam is Wiebren Veenstra en dat klinkt veel Frieser dan Pieter Weening, als ik eerlijk ben. Wiebren was een echte sportjongen, die aan alles meedeed wat bewoog. Hij kon aardig voetballen en fantastisch schaatsen. Als wielrenner was hij een sterk veldrijder in een tijd toen die discipline nog als een goede training voor het wegseizoen werd beschouwd. Als wegrenner kon hij ontzettend hard fietsen en had hij een sterke sprint in de benen. Als prof won hij etappes in de Tour Dupont en de Dauhiné Liberé, maar het is er niet echt uitgekomen. In 1996 stopte hij vanwege gezondheidsproblemen. Ik heb ergens gelezen dat hij vertegenwoordiger is geworden in racefietsen. Wie kan mij meer over Wiebren vertellen?
Foto’s: © Cor Vos
Piet van der Lijke heeft nog altijd zijn racefietsenzaak in de Lange Noordstraat (nr. 61) in Middelburg. Niet zo’n steriel atelier waar een racefiets staat als ware het een “design study” maar een winkel waar je de liefde en waardering voor het stalen frame voelt en ruikt. En gelijk heeft ie: “staal is het materiaal van de toekomst”!
Toen ik er begin 90-er jaren voor het eerst kwam, heb ik een uur gedaan over 2 meter etalage. Links gestart kon ik rechts aangekomen weer opnieuw beginnen, zóveel lag er dat het bekijken meer dan waard was, van de nieuwste Campagnolo-groep (zijn zaak is een Campagnolo Pro-Shop) tot de kleinste losse onderdelen. Ooit vroeg een voorbijkomende etaleur hoe Piet dat deed. “Ik rij het met de kruiwagen er naar toe en schep het er dan zo in”.
Vol trots toont hij nog altijd de Locomotief in de etalage, waarmee hij in de 50-er jaren zijn koersen reed. Piet ziet er uit met zijn 71 jaar als een jonge god; hij verzorgt zijn lichaam heel goed. Geen wonder dat men aan hem vroeg of dat de fiets van zijn vader was!
Hij bouwt nog frames onder zijn eigen merknaam Mirage maar is ook erg enthousiast over de GIOS-frames met de befaamde blauwe kleurstelling.
Jaarlijks bezoek ik hem een paar keer; ik voel me altijd hartelijk welkom. We praten over Campagnolo en over zijn wielercarrière.
Hij reed o.a. Warchau-Berlijn-Praag 1954 (16e) de Dauphiné Liberé 1956 en de Ronde van Nederland 1956.