Colombiaantjes
Door: Wouter Hendriksen
Carlos Betancur, Nairo en Dayer Quintana, Sergio Henao, Rigoberto Urán, Julian Quintero, Fabio Duarte, behalve dat ze allemaal als een raket omhoog gaan hebben deze renners nog wat gemeen. Het zijn colombianen.
Winnaars zijn mooi, en als het bergop gaat zijn winnaars nog mooier. Maar als er een Colombiaan wint krijg ik geen kippenvel over heel mijn lijf. Sta ik niet stampend van het juichen voor mijn televisie, ben ik niet eens opgewonden als de finish nadert. Je hebt mooie winnaars, overdiende winnaars, slimme winnaars, sterke winnaars en je hebt Colombianen.
Emotie lijkt een onbekend begrip te zijn in het Zuid-Amerika. Ze kijken allemaal wat sufjes uit hun ogen. Alsof al dat trainen op hoogte in het thuisland ze in een trance gebracht heeft. Een trance van gruwelijk hard een berg op fietsen.
Colombianen zijn emotieloze, robotachtige machines geprogrammeerd om hard een berg op te fietsen en te winnen. Dat is hun werk, daar hoort geen emotie of passie bij.
Waar was de emotie toen Carlos Betancur in Paris-Nice won? Dacht hij werkelijk dat hij ons tevreden kon stellen met een gespeeld boer-met-kiespijn lachje? Waar was het tandvlees toen Nairo Quintana 133 keer aanviel in de Tour? De enige Colombiaan die zijn tandvlees voor de camera laat glimmen is Urán, dat is dan ook gelijk de enige Colombiaan waarvoor ik kan juichen.
Ben ik even blij dat er maar 1 Colombiaan op de startlijst staat van Milano-San Remo. Kan ik tenminste in alle hartelust voor mij televisie staan juichen.
Wouter