Een strijd van man en machine
Door: Wouter Hendriksen
Wat maakt een koers tot een mooie koers? Klimmetjes, een mooie omgeving, renners die tot het gaatje gaan, kasseien, wind, waaiers, tacktische spelletjes en natuurlijk een mooie winnaar.
Met de Ronde van Vlaanderen en Paris Roubaix in het vooruitzicht wordt het sowieso weer smullen geblazen. Samen met de drie groten ronden en het WK behoren deze twee monumenten tot de grootste wielerevenement op de aardbol.
Maar, wat maakt ze zo bijzonder? Waarom is ‘de Ronde’ toch zo heilig voor onze zuiderburen? Wat maakt Paris-Roubaix tot ‘de hel van het Noorden’?
Iets wat al deze grote wielerevenementen gemeen hebben is dat ze al ontzettend oud zijn.
Sommige worden al meer dan 100 jaar georganiseerd. En welke wielerfan kent nu niet de Koppenberg, de paddestraat, het carrefour de l’arbre, het bos van walars, de oude kwaremont, de Paterberg en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Het mag wel duidelijk zijn. De Ronde en De Hel hebben zoveel meer historie en emotie dan elke andere ronde georganiseerd in april. Het is een strijd over heuveltjes, onverharde wegen, belgische betonwegen, franse kasseipaden, stoffige landwegen en kilomters slecht asfalt.
Twee dagen in het jaar lijkt het weer even 100 jaar geleden. Alsof je Briek Schotte tegen de Muur van Geraardsbergen op ziet rijden. De rondes spreken velen tot de verbeelding. Vlamingen worden helemaal wild als je over De Ronde begint. Het is hun nationale trots.
Zondag mogen we weer genieten van de strijd van mens en machine. Over hobbels en heuvels. Door een haag van joelende mensen. En eigenlijk maakt het niet uit wie er wint, de koers zal er niet minder mooi van worden.
Wouter