Volgens Pat McQuaid krijgt de wielersport opnieuw te maken met enkele dopingzaken. De preses van de internationale wielerbond UCI stelt dat enkele renners onder verdenking staan na een uitgebreide analyse van hun biologisch paspoort.
McQuaid deed die uitspraak in een interview met Cyclingnews. De Ier wilde niet zeggen om hoeveel zaken het gaat en wanneer ze in de publiciteit worden gebracht.
En dat terwijl diverse lopende zaken nog steeds niet afgehandeld zijn. Zo krijgt Alberto Contador pas deze week te horen of hij zijn Tourzege uit 2010 mag behouden. Bij de Spanjaard werden anderhalf jaar geleden sporen van het verboden middel Clenbuterol aangetroffen. Volgens Contador zelf komt dat door het eten van vervuild vlees.
Ezequiel Mosquera wacht ook al tijden op duidelijkheid. De Spanjaard eindigde vorig jaar als tweede in de Vuelta, maar werd positief getest op HES, een bloedverdunner waarmee het gebruik van EPO kan worden gemaskeerd. De Spaanse wielerbond heeft bijna anderhalf jaar na dato nog steeds geen uitspraak gedaan in deze zaak.
Er zijn meer van dit soort langslepende kwesties. Neem Operacion Puerto, de dopingzaak rond de omstreden Spaanse arts Eufemiano Fuentes uit 2006. Hij wordt verdacht van het opzetten van een dopingnetwerk, met Jan Ullrich, Ivan Basso en Alejandro Valverde als meest bekende klanten. Fuentes mag zich binnenkort eindelijk voor de rechter verantwoorden.
Doping in de wielersport moet bestreden worden. Dat staat als een paal boven water. Maar op dit soort langslepende kwesties zit niemand te wachten. Het is bovendien niet eerlijk naar de betrokken renners. Wat als Contador en/of Mosquera onverhoopt vrijgesproken worden? Dan hebben zij dus anderhalf jaar onterecht in het beklaagdenbankje gezeten.
Op deze manier blijft doping de wielersport zeker achtervolgen. Er is gelukkig wel een lichtpuntje: de UCI kiest er voor om dopingzaken in de wielerloze winter af te handelen en niet meer vlak voor of tijdens de Tour de France, als de wielersport volop in de schijnwerpers staat.